00 Algemene dekkingsmiddelen

    Omschrijving van het beleidsveld

    In dit onderdeel worden de middelen (baten/lasten)  weergegeven met een algemeen karakter, zoals voorgeschreven in het BBV. Deze dienen namelijk buiten de beleidsvelden/programma’s te worden gehouden. Hiervoor is het administratieve beleidsveld 0 gecreëerd. Naast de algemene dekkingsmiddelen en eventueel direct daarmee verband houdende uitgavenbudgetten, staan hier ook de post onvoorzien, de mutaties in de reserves (m.u.v. afval en riool), posten die te maken hebben met btw en kapitaallasten alsook de saldi van de kostenplaatsen


    00 Algemene dekkingsmiddelen

    A. Algemeen

    Onderscheiden deelterreinen
    Algemene heffingen; Algemene uitkering; Deelnemingen; Bedrijfsvoering; Mutaties reserves

    Portefeuillehouder(s)

    • D. Schneider (financiën)

    Beleidskaders

    • Financiële verordening (art. 212 Gemeentewet)
    • Nota Reserves en Voorzieningen

    00 Algemene dekkingsmiddelen

    B. Programma en paragrafen

    Dit beleidsveld heeft een relatie met programma 1A en met de paragraaf Lokale heffingen. Aangezien de meeste reserves administratief in dit beleidsveld zijn ondergebracht, zijn er voorts relaties met diverse andere programma's. In het overzicht van de reserves is e.e.a. nader aangegeven.I


    00 Algemene dekkingsmiddelen

    C. Vermeldenswaardige zaken

    Lokale heffingen
    Bij lokale heffingen treffen we die heffingen aan, waarvan de besteding niet gebonden is. Dit betreft de onroerende zaak belasting, de hondenbelasting, de precariorechten en de toeristenbelasting. Tevens zijn hier opgenomen de kosten die direct verband houden met deze opbrengsten, zoals bijvoorbeeld de bijdrage aan de BsGW en kosten bezwaar en beroep van leges of van oude jaren (niet overgedragen aan BsGW). In totaliteit ging het voor 2017 om een bedrag van circa € 10,4 miljoen aan opbrengsten uit “algemene dekkingsmiddelen”, waarvan circa € 9,7 miljoen aan OZB. Deze opbrengst pakt circa € 0,7 miljoen lager uit dan geraamd, zie ook bij analyse rekeningresultaat. Circa € 0,5 miljoen is gerelateerd aan een vordering op de BsGW, circa € 0,2 miljoen is gerelateerd aan nagekomen verminderingen oude jaren waarvan de verzoeken nog eind 2017 waren ingediend door belanghebbenden. Lokale heffingen, waarvan de besteding wel gebonden is, bijvoorbeeld afvalstoffenheffingen, rioolrechten en diverse leges, worden op de desbetreffende beleidsvelden verantwoord. Voor een overzicht van de opbrengsten van de belangrijkste heffingen en in welke beleidsvelden deze zijn opgenomen wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen in dit jaarverslag en naar de jaarlijkse Tarievennota.

    Algemene uitkering
    De primair geraamde opbrengst 2017 (peil VJN2016) bedroeg € 49,8 mln plus € 46,1 integratie-uitkering sociaal domein. Er is uiteindelijk ruim € 51,2 algemene uitkering regulier en € 48,1 mln aan integratie-uitkering sociaal domein gerealiseerd. Dit is de resultante van de financiële vertaling van de rijksmaatregelen voor de jaarschijf 2017 zoals verwoord in de diverse circulaires alsook de gebruikelijke overige ontwikkelingen aan de uitkeringsbasis van de onderscheiden verdeelmaatstaven en afrekeningen oude jaren per jaareinde c.q. aan het begin van het nieuwe jaar.
    Voor wat betreft algemene uitkering regulier betreft dit: meicirc.'16 -/- € 46.000, sep.circ'16 +€ 338.000, dec.circ'16 +€ 19.000, mei.circ'17 +€ 600.000, sep.circ'17 -/- € 250.000, dec.circ'17 +€ 2.000 alsook afrekeningen oude jaren (+€ 108.000 minus afwikkeling asielzoekers jaar 2016 € 106.000) ; alsook extra middelen voor voorschoolse voorziening peuters +€ 52.000 (meicirc'16), armoedebestrijding kinderen
    + € 313.000 (dec.circ'16), asielinstroom +€ 381.000 (meicirc'17+sep.circ'17+dec.circ'17).
    Voor wat betreft de integratie-uitkering sociaal domein betreft dit: mei.circ'16 +€ 239.000, sep.circ'16
    -/- € 599.000, dec.circ'16 +€152.000, mei.circ'17 +€ 2.247.000, sep.circ'17 +€ 27.000, dec.circ'17 +€ 0.

    Dividend e.d.
    In de paragraaf verbonden partijen worden de participaties van de gemeente Kerkrade vermeld, waarin de gemeente een bestuurlijk en/of financieel belang heeft.

    De totale opbrengst 2017 uit dividend e.d. is afgerond € 820.000 (incl. de terugontvangen ingehouden dividendbelasting). Het betreft hier conform de voorschriften overigens de dividenduitkeringen ontvangen in 2017 (vergadering van aandeelhouders) over het verslagjaar 2016 van de betreffende deelnemingen.

    De reguliere dividendopbrengsten onder algemene dekkingsmiddelen waren circa € 301.000 van de Bank Nederlandse Gemeenten en circa € 494.000 van Enexis. Per saldo was sprake van een meevaller van
    € 32.000 ten opzichte van de ramingen in de begroting (VJN2017).

    De Waterleiding Maatschappij Limburg heeft zoals gebruikelijk geen dividend uitgekeerd.

    Verder is van Rd4 nog circa € 26.000 aan dividend ontvangen (beleidsveld 3). Dit dividend wordt steeds betrokken bij de budgettair neutrale verwerking van het product "afval".

    Tot slot zijn in het kader van de afwikkeling nog enkele kleine uitkeringen gedaan uit de tijdelijke deelnemingen Essent, in totaal circa € 18.000. Hierdoor kon voor eenzelfde bedrag een deel van de 'voorziening verkoop aandelen' vrijvallen.

    Saldo financieringsfunctie
    In verband met wijzigingen BBV worden de rentekosten en -opbrengsten nu op 1 plaats verantwoord.

    De rentekosten over de langlopende leningen waren in 2017 circa € 2,8 mln. In maart 2017 en in november 2017 zijn twee nieuwe vaste geldleningen aangegaan van € 6 mln resp. 14 mln, mede in relatie tot de kasgeldlimiet. De overige rente gaf per saldo een kleine opbrengst van € 14.000. De jaarlijkse rentebaten van de zgn. “bruglening Enexis” worden in de financiering meegenomen. In 2017 betrof dit een bedrag van circa € 120.000. Dit bedrag neemt af naarmate de bruglening wordt afgelost, de laatste aflossing vindt in 2019 plaats. Hiermee wordt rekening gehouden in de begroting. Ook met de jaarlijkse rente van de lening Stadion wordt in de begroting rekening gehouden, in 2017 bedroeg deze € 178.000. Voorts is in 2017 nog een extra rente-inkomst van € 312.000 uit de kredietfaciliteit verleend in verband met de ontwikkeling van het centrumplan (zie ook raad mei 2015 herijkte gebiedsexploitatie). In verband met de btw-teruggaves oude jaren is nog een rentevoordeel van circa € 46.000 behaald. In 2017 is in de regio het project Zonnepanelen Parkstad gestart, waaraan ook Kerkrade meedoet. In 2017 is een bedrag van circa € 19.000 aan rente over de in de loop van het jaar verstrekte leningen ontvangen. Ook is in 2017 een bedrag van GaiaZOO aan rente ontvangen van circa € 19.000. Zie verder ook § 4. “Financieringsparagraaf”.

    De kapitaallasten worden volledig doorberekend aan de diverse beleidsvelden. Aan de investeringen is per 1 januari 2017 het gemiddelde rentepercentage 2016 van 1,35% toegerekend. Per 1 januari 2018 zal het gemiddelde rentepercentage 2017 van 1,66% worden toegerekend. De afschrijvingen bedroegen in 2017 in totaliteit circa € 7,3 mln.

    BTW / BTW-Compensatiefonds en Wet vennootschapsbelasting overheidsbedrijven.
    Over 2017 is een bedrag van € 6,55 mln aan compensabele btw gedeclareerd bij de Belastingdienst. Wordt er landelijk méér compensabele btw gedeclareerd dan het plafond, gaat dit ten koste van het gemeentefonds. Wordt er minder gedeclareerd, komt dit ten gunste van het gemeentefonds.

    Als gevolg van wetswijzigingen zijn gemeenten voor bepaalde beleidsterreinen mogelijk vennootschapsbelasting verschuldigd. In het bijzonder daar waar zij activiteiten ontplooien met een ondernemingskarakter en dus in concurrentie (zouden kunnen) treden met private partijen. Over het jaar 2016 was dit voor het eerst van toepassing. De gevolgen voor Kerkrade zijn vooralsnog beperkt. In 2016 en 2017 is met de inzichten bij het opmaken van de jaarrekening per saldo nog geen vennootschapsbelasting verschuldigd. Landelijk is er nog steeds sprake van voortdurende ontwikkeling van standpunten, met name ten aanzien van grondexploitaties. Gemeenten hebben daarom uitstel voor het indienen van de aangiftes. Op korte termijn wordt meer duidelijkheid verwacht. De aangiftes 2016 en 2017 zullen dan worden ingediend.

    Mutaties reserves
    In totaliteit is in 2017 € 11,9 mln gestort in reserves en € 18,7 mln onttrokken. Dit is inclusief het rekeningresultaat 2016 (€ 795.000 na bestemming) dat in de loop van 2017 gestort is in de reserve parkeerfonds.

    De belangrijkste mutaties zijn toegelicht bij het onderdeel "algemene beschouwingen - reserves en voorzieningen". Zie verder ook de toelichting op de balans in het gedeelte "jaarrekening".

    Onvoorzien
    In de primaire begroting 2017 was voor ‘onvoorzien’ een bedrag opgenomen van € 228.000, waarvan
    € 91.000 over de sectoren is verdeeld, en het restant ad € 137.000 als “algemeen” is gelabeld. Er zijn diverse begrotingsbijstellingen geweest op deze posten.

    De belangrijkste mutaties ten laste van ‘onvoorzien’ waren € 50.000 t.b.v. reservering aanschaf materieel Openbare Ruimte, € 49.000 Najaarsnota, € 38.400 voor gladheidsbestrijding, € 35.000 representatie WMC, € 25.000 reservering evenementen, € 23.000 opleidingen, € 19.000 Actie St. Maarten, en € 21.000 kosten aanstralen raadhuis.

    Meevallers ten gunste van onvoorzien waren er ook, m.n. € 75.000 bouwleges, € 41.700 verkoop grond Rimburgerweg..

    Voor het overige waren er nog diverse kleinere bijstellingen.

    In totaal is een bedrag van € 22.300 niet besteed en vrijgevallen ten gunste van het rekeningresultaat.

    In het investeringsprogramma is jaarlijks een post ‘onvermijdbaar/algemeen’ van € 58.000 opgenomen. Hieraan is toegevoegd een bedrag van € 116.000 als overheveling van restant investeringsruimte van 2016. In 2017 is € 168.000 aangewend voor investeringskredieten brug Merkstein en voertuigen handhaving. Het restant ad € 6.000 is toegevoegd aan het investeringsbudget parkeren (zie najaarsnota 2017).

    Overige algemene dekkingsmiddelen
    Daarnaast ontvangen wij van Enexis jaarlijks een zogenaamde inconveniëntentoeslag. In 2017 bedroeg deze € 122.000 (beleidsveld 11).

    Behalve de reeds hiervoor genoemde zijn er geen noemenswaardige overige algemene dekkingsmiddelen.


    00 Algemene dekkingsmiddelen

    Indicatoren

    Er zijn voor dit beleidsveld geen (aanvullende) indicatoren gedefinieerd. Voor een uiteenzetting van de lokale lasten wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen.


    00 Algemene dekkingsmiddelen

    Beleidskaders