5. Uitzettingen (vorderingen)

    De vorderingen op openbare lichamen betreffen voor een groot deel de declaratie BTW-compensatiefonds bij de Belastingdienst ad € 6,555 mln.
    De overige vorderingen bestaan uit € 1,188 mln debiteuren algemeen, € 7,068 mln debiteuren Sozawe (min € 1.250 ‘voorziening dubieuze debiteuren Sozawe’) en € 277 debiteuren gemeentelijke belastingen (min € 115 ‘voorziening voor oninbare belastingdebiteuren’).

    In de toelichting op de balans dient vermeld worden in relatie tot schatkistbankieren (art.52c):
    Voor ieder kwartaal van dat jaar, het bedrag aan middelen, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Wet financiering decentrale overheden, dat in het kader van het drempelbedrag door de provincie onderscheidenlijk de gemeente buiten ’s Rijks schatkist is aangehouden.

                              bedragen x € 1.000

    kwartaal

    I

    II

    III

    IV

    Overtollige middelen

    n.v.t.

    n.v.t.

    n.v.t.

    n.v.t.

    Netto vlottende schuld

    13.909

    13.661

    13.140

    13.242

    Drempelbedrag: % begroting

    0,75

    %

    1.241

    1.241

    1.241

    1.241

    Aangehouden in Schatkist

    n.v.t.

    n.v.t.

    n.v.t.

    n.v.t.