De vorderingen op openbare lichamen betreffen voor een groot deel de declaratie BTW-compensatiefonds bij de Belastingdienst ad € 6,555 mln.
De overige vorderingen bestaan uit € 1,188 mln debiteuren algemeen, € 7,068 mln debiteuren Sozawe (min € 1.250 ‘voorziening dubieuze debiteuren Sozawe’) en € 277 debiteuren gemeentelijke belastingen (min € 115 ‘voorziening voor oninbare belastingdebiteuren’).
In de toelichting op de balans dient vermeld worden in relatie tot schatkistbankieren (art.52c):
“Voor ieder kwartaal van dat jaar, het bedrag aan middelen, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Wet financiering decentrale overheden, dat in het kader van het drempelbedrag door de provincie onderscheidenlijk de gemeente buiten ’s Rijks schatkist is aangehouden. “
bedragen x € 1.000
kwartaal | I | II | III | IV | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Overtollige middelen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | ||
Netto vlottende schuld | 13.909 | 13.661 | 13.140 | 13.242 | ||
Drempelbedrag: % begroting | 0,75 | % | 1.241 | 1.241 | 1.241 | 1.241 |
Aangehouden in Schatkist | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |